Wat zijn de euronormen voor voertuigen?

Publié le 29 July 2020.
Al meer dan dertig jaar zorgen de geldende euronormen ervoor dat de vervuilende uitstoot van nieuwe voertuigen, zowel diesel als benzine, drastisch wordt beperkt. Dankzij verschillende technologische innovaties is de uitstoot van stikstofdioxide, fijne deeltjes en koolmonoxide reeds aanzienlijk verminderd. Wat zijn de euronormen en voor wie zijn ze bedoeld?
Wat is de oorsprong van de euronormen?
De eerste euronorm werd reeds in 1988 door de Europese Unie ingevoerd. Deze norm werd oorspronkelijk ontwikkeld voor zware voertuigen, maar werd later uitgebreid tot lichte voertuigen. Hij werd ingevoerd om de uitstoot van verontreinigende stoffen te beperken door emissiegrenswaarden op te leggen aan nieuwe voertuigen. Sinds zijn invoering is de euronorm verder geëvolueerd om de vervuilende uitstoot steeds verder terug te dringen. Als gevolg daarvan zijn er steeds meer beperkingen aan de fabrikanten opgelegd. De Europese Unie eist van hen schonere voertuigen.
Zware voertuigen moeten nu voldoen aan de Euro VI-norm, terwijl op lichte voertuigen de Euro 6d-TEMP-norm van toepassing is.
Wat zijn de verschillende euronormen?
De ingevoerde euronormen zijn niet hetzelfde voor zware en lichte voertuigen.
Euronormen voor zware voertuigen
De euronorm voor zware voertuigen is sinds de invoering ervan in 1988 erg geëvolueerd. Tot nu toe heeft de norm zes wijzigingen ondergaan, waardoor het aantal bestaande normen op zeven staat:
- Euro 0 (1 oktober 1990)
- Euro I (1 oktober1993)
- Euro II (1 oktober 1996)
- Euro III (1 oktober 2001)
- Euro IV (1 oktober 2006)
- Euro V (1 oktober 2009)
- Euro VI (31 december 2013)
Euronormen voor lichte voertuigen
Wat de lichte voertuigen betreft, zijn de euronormen pas in 1993 verschenen en zijn sindsdien als volgt geëvolueerd:
- Euro 1 (1 januari 1993)
- Euro 2 (van kracht sinds 1 juli 1996)
- Euro 3 (1 januari 2001)
- Euro 4 (1 januari 2006)
- Euro 5 (1 januari 2011)
- Euro 6b (1 september 2015)
- Euro 6c (1 september 2018)
- Euro 6d-TEMP (1 september 2019)
- Euro 6d (van kracht vanaf 1 januari 2021)
> Lees ook: CO2-emissienormen voor auto’s en bedrijfsvoertuigen: wat je moet weten
Welke verontreinigende stoffen vallen onder de euronormen?
Er zijn vier vervuilende, schadelijke stoffen die door de euronorm worden gereguleerd, namelijk stikstofoxiden (NOx), koolmonoxide (CO), koolwaterstoffen (HC) en fijne deeltjes.
Elke nieuwe euronorm gaat gepaard met strengere eisen wat betreft de uitstoot van vervuilende stoffen. Een van de gevolgen hiervan is de algemene invoering van de deeltjesfilters, die leidt tot een duidelijke vermindering van de uitstoot van deeltjes door dieselvoertuigen, en ook de algemene invoering van het SCR-systeem met AdBlue® om de uitstoot van stikstofoxide (NOx) te verminderen.
Hoe worden de voertuigen getest?
In september 2017 is in Europa een nieuw protocol voor de goedkeuring van lichte voertuigen ingevoerd, de WLTP. Deze nieuwe certificeringsnorm WLTP (Worldwide Harmonized Light Vehicle Test Procedure) is de opvolger van de NEDC (New European Driving Cycle) die sinds 1992 van kracht was. Het WLTP-protocol moet met name zorgen voor een betere afstemming tussen de uitstoot van vervuilende stoffen tijdens de homologatietesten en die in de praktijk. Deze homologeringscyclus omvat:
- een verhoging van de gemiddelde snelheid ten opzichte van de oude homologatietesten die met het NEDC-protocol zijn uitgevoerd;
- kortere stoptijden om stedelijke routes te simuleren;
- een meting van stikstofdioxide en fijne deeltjes onder reële rijomstandigheden. Dit is de RDE-test voor Real Driving Emissions, die in het echte verkeer wordt uitgevoerd met behulp van een draagbaar emissiemeetsysteem (PEMS) aan boord van het voertuig.
- Na deze testen krijgen nieuwe voertuigen een typegoedkeuring als ze voldoen aan de criteria van de geldende euronorm, momenteel Euro 6d-TEMP.
Welke technologieën kunnen worden gebruikt om de uitstoot van vervuilende stoffen te verminderen?
De invoering van de verschillende euronormen heeft de fabrikanten gedwongen om oplossingen te vinden en om motoren aan te bieden die minder brandstof verbruiken en minder vervuilen.
De opkomst van katalysatoren
Reeds sinds de jaren negentig worden katalysatoren gebruikt om de uitstoot van koolmonoxide (CO), onverbrande koolwaterstoffen (HC) en stikstofoxide (NOx) door benzinevoertuigen te verminderen. Voor dieselvoertuigen hebben katalysatoren de uitstoot van CO en HC verminderd, maar niet die van NOx, wegens de verbrandingsmodus van dieselmotoren.
Deeltjesfilters
De deeltjesfilter vormt een essentieel onderdeel van het anti-vervuilingssysteem van moderne motoren en is ontworpen om met behulp van zijn honingraatstructuur die deeltjes te vangen die worden uitgestoten tijdens de verbranding in verbrandingsmotoren en zo de uitstoot van uitlaatgassen te beperken. De deeltjesfilter wordt sinds 2011 met de invoering van de Euro 5-norm systematisch op nieuwe dieselvoertuigen toegepast. In 2018 werd de deeltjesfilter met de Euro 6.c-norm algemeen ingevoerd voor nieuwe benzinevoertuigen. De deeltjesfilter heeft dus voor een drastische reductie van de uitstoot van fijne deeltjes in de lucht gezorgd.
Stikstofoxiden-nabehandelingssystemen
Lichte dieselvoertuigen die vanaf 1 januari 2015 onder de Euro 6b-norm zijn geproduceerd, zijn uitgerust met een van de volgende twee systemen om de uitstoot van NOx te verminderen:
- een SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) dat zorgt voor de reductie van NOx door een reactie met een soort ammoniak in de vorm van ureum, genaamd AdBlue®;
- een NOx-vanger die een NOx-vangsysteem combineert met een driewegkatalysator die in staat is om NOx, HC en CO te behandelen.
Sinds de introductie van de Euro 6d-Temp-norm zijn alle nieuwe lichte dieselvoertuigen uitgerust met een SCR-systeem dat gebruik maakt van AdBlue®.
Dankzij deze technologische ontwikkeling kan bijna alle NOx-emissie worden weggewerkt.
Wist u dit: AdBlue® is een waterige oplossing die bestaat uit gedemineraliseerd water (67,5%) en zuiver ureum (32,5%).
Welke impact hebben de euronormen op autobestuurders?
Autobestuurders zijn onderworpen aan de euronormen. Afhankelijk van de norm van hun voertuig en van de geldende lokale regelgeving kunnen bestuurders bij vervuilingspieken in hun bewegingen worden beperkt. Ook de Crit’air-sticker die op een voertuig moet worden aangebracht, is afhankelijk van de euronorm van het voertuig.
Houd er ook rekening mee dat je tijdens het autorijden je impact op het milieu kunt beperken. Je rijgedrag en rijstijl kunnen een rol spelen bij het brandstofverbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen. Bestuurders wordt daarom aanbevolen om:
- soepel te rijden: rij vlot zonder te veel te versnellen en tegen het juiste motortoerental;
- hun voertuig regelmatig te onderhouden